Selecteer een pagina

Mensen die mij op Instagram of Facebook volgen, weten het al: Ik was op jacht naar een nieuw PR op de halve marathon. Dit PR is alweer bijna 4 jaar oud, bij de Egmond Halve Marathon in 2013 liep ik namelijk mijn 1e sub-2: 1.59. Ik ging voor een tijd van 1.58, want het moet natuurlijk wel minimaal een minuut sneller (vind ik zelf dan).

De voorbereiding op de Linschotenloop was niet optimaal. De badkamerverbouwing en nog wat andere zaken brachten veel stress mee de laatste week voor de kerst, en een dikke laag stof in huis en een halve verkoudheid hielpen ook niet mee.

Wedstrijdrituelen

De meeste lopers hebben een of meerdere rituelen voor een wedstrijd. Bij mij is dat: een dag van tevoren mijn outfit klaarleggen, de avond ervoor pasta eten en na het eten pannenkoeken bakken. Die avond nog 2 pannenkoeken en geen alcohol. In de ochtend eet ik mijn vaste ontbijt (2 volkoren boterhammen met chocoladevlokken, met een kop cappuccino, niet echt een fitgirl ontbijt hè;)), gevolgd door nog wat pannenkoeken om koolhydraten te stapelen. Bij de lunch/onderweg naar de wedstrijd eet ik een paar krentenbollen en drink ik veel water. Het laatste uur voor de wedstrijd isotone sportdrank, vlak voor de start nog een banaantje.

Wat vooraf ging

Deze keer had ik mijn outfit nog niet klaarliggen (wait for it.. dat brengt paniek..), was ik te moe om nog pannenkoeken te bakken, dronk ik een biertje omdat ik wel erg nerveus was, en ging ik wel traditioneel veels te laat naar bed. Ook sliep ik zoals vaker voor een wedstrijd best licht en werd ik een aantal keren wakker, met de angst dat ik me had verslapen. Maar dat gebeurde gelukkig niet. Wel was ik vergeten krentenbollen te kopen, en tijdens het pannenkoeken bakken om 11.00 uur realiseerde ik me iets veel ergers: Mijn hardloophorloge was niet opgeladen! Dus ik stuif naar boven, worstel me door de bouwbenodigdheden op de overloop, trek de lade open van het kastje waar de TomTom in ligt, klik verwachtingsvol op de knop… om erachter te komen dat ie inderdaad zo goed als leeg is. Blinde paniek en ik zie mijn PR in duigen vallen. Nog maar een uurtje aan de lader dan, en in de auto ook nog even laden. Rond half 1 spring ik in de auto en rij richting Woerden, waar de pendelbus naar Linschoten vertrekt. De halve marathon begint om 13.45 uur, dat moet goedkomen. Het parkeren verloopt soepel, overal staan vrijwilligers en ik zie 3 pendelbussen staan. Om 13.02 loop ik richting de bus en trek een sprintje.. om de laatste bus voor mijn neus te zien vertrekken. Ach, dan wachten we even op de volgende bus. Dat ‘even wachten’ werd alleen ruim een half uur! Het is ong. een kwartier naar Linschoten en ik moet mijn schoenen nog wisselen, jas en bovenkleding uittrekken, belt met gel en energiereep omhangen, tas afgeven en nog een snel Dixiebezoek voor een laatste plas! Dit lukt allemaal precies.. -2 minuten.

Te laat bij de start

Ik prop mijn banaantje naar binnen en dan zie ik de eerste lopers al voorbijrennen. Ik ben voor het eerst echt te laat bij de start, daar gaat mijn PR denk ik. Wel  staat er nog een meute in het startvak. Dan zie ik iets briljants en ik volg het voorbeeld van een andere loper: door de drassige berm deze (achterste, dus langzamere) groep voorbij en als ik voorbij de start loop, staat de tijd op 2:00 minuten. Ik probeer snel mijn ritme te vinden en let bewust even niet op mijn snelheid, maar vooral op mijn ademhaling. Ook probeer ik aansluiting te vinden bij iemand die net iets harder loopt dan ik, maar helaas lopen degenen die ik in het vizier krijg, echt een stuk sneller dan ik. Een paar kilometer onderweg, merk ik dat de smalle paden volop bezet worden door breeduit lopende lopers. Zo wordt het echt nooit wat met mijn PR, met zo’n slechte voorbereiding en start.. in mijn hoofd moet ik bijna huilen van alle pech en slechte voorbereiding.

Racepace

Ik besluit te kijken met welke pace ik loop, en zie tot mijn grote verbazing dat ik al een paar kilometer lang rond de 5.20 loop, op dat moment zelfs 5.10! Veeeeels te snel, en ik ben bang dat ik mijn energie heb verspild. Ik neem wat gas terug tot een pace van ong. 5.30 per kilometer. Wat al snel oploopt tot 5.34. Om een tijd van 1.58 te lopen, moet mijn gemiddelde pace uitkomen op 5.38, dus ik heb nog wat speling. Maar eigenlijk wilde ik de eerste 13 kilometer proberen rond de 5.40 te lopen, en daarna pas te versnellen. Mijn energie en kuit voelen goed, dus ik hobbel lekker verder. De wind is op sommige stukken wel venijnig, en het is stiekem best koud. Gelukkig heb ik geen last van de kou, maar mijn kuit en voet (daar heb ik bijna nooit last van) beginnen op te spelen. Ook neem ik rond 16 km een gelletje, waarvan ik buikpijn krijg. Ik heb nooit last van de gels gehad, wat is dit nu weer? Gelukkig gaat de buikpijn snel over. De pijn in mijn kuit blijft helaas. Na wat gas terug merk ik dat mijn gemiddelde pace te hoog (of juist te laag?) is, nouja, ik ga te langzaam. Dus ik moet versnellen. Terwijl ik merk dat ik pijn heb en vermoeid begin te raken.

De woorden in je hoofd

Toch doe ik het, en denk aan de regels die ik in een boek over hardlopen las: Je moet een mantra hebben dat je steeds in je hoofd opzegt. Alleen dan kun je het ‘vrijwillig lijden’ dat hardlopen is, volhouden. Bijvoorbeeld: ‘Pain is inevitable, suffering is optional.’ Ik vertaal dat in mijn hoofd naar: ‘Pijn duurt maar 2 dagen, het goede gevoel van een PR minimaal een week’. En dat blijf ik tot de laatste meters herhalen. Ik let niet meer op mijn techniek en als we na Montfoort op een stuk lopen met de wind recht tegen, kijk ik om me heen en zie meer mensen struggelen. Waarom is hardlopen ook alweer zo leuk? En dan grinnik ik, want ik denk terug aan iets wat ik een mevrouw uit het publiek in Oudewater hoorde zeggen: “Dit is niet betaald?!” Nee mevrouw, we doen dit voor onze lol, denk ik, en vervolgens krijg ik een boost. Ik ga mijn PR niet in die laatste paar kilometer en door een beetje wind laten verknallen. Niet na alle tegenslag en met deze gemiddelde pace. Ik loop met een pace van 5.36 gemiddeld. Met de laatste paar kilometer nog te gaan, wordt het krap..

Op weg naar de finish

De laatste 3 kilometer ging het in mijn hoofd ongeveer zo: Ik ga het halen, nee ik red het niet, ja natuurlijk kan ik dit, het schiet me vast zo in mijn kuit, als ik maar geen zweepslag oploop, oh, kijk die dan beroerd lopen, dan valt het bij mij vast mee, zo wat ademt die man zwaar, als ie er maar niet bij neervalt en ik moet reanimeren (ik schaamde me voor mijn eigen gedachten, want natuurlijk help je, hardlopen doet rare dingen met je hoofd), en mijn eigen mantra weer: pijn duurt maar 2 dagen, het goede gevoel van een PR minimaal een week.

En dan besluit ik dat het niet in mijn kuit gaat schieten, de zwaar ademende man was de race van zijn leven aan het lopen ondanks zijn astma, en ik ga ook een PR lopen! Deze gedachten (en een Powerbar snoepje dat ik magische krachten toedichtte), zorgden ervoor dat ik Linschoten met een lach op mijn gezicht inliep. Ik ga mijn PR vandaag verbreken, ik voel het.

Dan komt de finish in zicht. Ik vlieg voor mijn gevoel op de finish af en zie de klok op 1.59 springen. Dit wordt mijn PR, wat heerlijk! Dertig seconden later steek ik mijn armen in de lucht en finish in een tijd van 1.57.32. Wow, ik heb het gehaald! Wat ontzettend trots, blij en opgelucht ben ik. Ik app mijn vriend, plaats een Instagram story en dribbel richting de kleedkamer. Oja nog even een foto met medaille en mijn tijd plaatsen. Wat een geweldig gevoel!!

PR Halve marathon Linschotenloop

Nu, een week later kan ik zeggen: Pijn duurt maar 2 dagen, het gevoel van een PR minimaal een week!